item1
grafheuvelsv2s
LogoSvBPb

Culturele voettocht langs poosplaatsen

p90189kanos1

Ontmoetingen langs de heide', een culturele voettocht op 2 mei langs poosplaatsen in het natuurgebied de Regte Heide, is ondanks het regenachtige weer toch een succes geworden. Menigeen betoonde zich na afloop zeer enthousiast.

Een elftal kunstenaars liet zich inspireren door landschap en historie.

Bij het beginpunt was er een kleine tentoonstelling te zien van oude landbouwgewassen en werktuigen. Er was een uit één stuk boomstam gehouwen kano.

Men wandelde over prehistorische wegen en luisterde naar een ode aan het water bij de oudste voorde van Brabant.

Bij de grafheuvels op de hoge heide vertelde een beeldhouwer over brons en de Bronstijd.

Dichters droegen gedichten voor, passend bij de seizoenen.

Performers maakten vluchtige kunstwerken van zand, van beweging en geluid, van verf op hout. Een fluitiste speelde her en der langs de route op haar sjamanenfluit en bezwoer zo uiteindelijk de regen.

Een honderdtal belangstellenden, dik ingepakt en gewapend met paraplu's, trok in een bonte stoet door het dal en over de heide.

Historicus Leonard Joosten schrijft in het tijdschrift Leydraden over 'Ontmoetingen langs de heide:

"Een werkelijk mooie manifestatie van kunstzinnige mensen en evenementen. Een initiatief om te prijzen, te herhalen en met plezier aan terug te denken.

En niet overdreven: wat hebben al die thuisblijvers zich tekort gedaan."

 

Organisatie: Pien Storm van Leeuwen

Stichting TrajarT

De boomkano van Wim de Jong

regteheis
OudeLeijs
pienv2s
publiekv2s
publiekv2s

Pien Storm van Leeuwen vertelt over de rol van het water in de historie van mens en landschap en leest gedichten geïnspireerd door de Oude Leij.

publiekv2s
ruuds

Leonie Muller maakt een zandmandala op de hei. Ze gaat hierbij uit van een Keltisch symbool voor de vier windrichttngen.

leonies

Ruud Ringers aan het woord over de Bronstijd en de grafheuvels, bij een van de monumenten die hij voor de Regte Heide maakte.

fluistermensv2s

Manon Avermaete performt de Fluistermens, een creatie van Leonie Muller. Zij beweegt geheimzinnig tussen de bomen terwijl uit elk van de slangachtige tentakels muziek of oergeluiden klinken.

willems
jaspers

Willem van de Vrande vertelt over de namen van de maanden van het jaar en draagt gedichten over de lente voor.

keesHs

Jasper Mikkers vertelt over poëzie en draagt gedichten voor, passend bij de poosplaats die gewijd is aan de zomer.

keesHs

Kees Hermis draagt gedichten voor bij de poosplaats van de herfst.

keesHs
jaces

Jace van de Ven leest gedichten bij de winterpoosplaats en zingt oude liederen.

martins

Martin Peulen schildert het landschap in de regen. Af en toe bezingt hij het landschap, en wisselt dat af met spel op zijn klarinet.

tsjoesv2s

Tsjoes Bruwiere bezweert de regen met haar sjamanenfluit.

piens

Leonard Joosten, in het tijdschrift Leydraden

Dichter bij de Hei

Wie op zondag 2 mei j.l. thuis is gebleven, had ogenschijnlijk gelijk. Het regende pijpenstelen in de morgen en het begin van de middag was niet veel beter. Het leek ook desastreus te worden voor een mooi initiatief dat zich afspeelde op of nabij de Rechte Hei, officieel Ontmoetingen langs de Heide geheten. Maar de werkelijkheid was anders. Wie zich niet had laten afschrikken en met paraplu en goed van zin erop uit trok, zou rijkelijk beloond worden.

Nauwelijks op weg worden de deelnemers vergast op de eerste opklaringen. En niet lang daarna kunnen de paraplus worden opgevouwen. Een enkele zonderling steekt ze daarna nog op als parasol. Het evenement is georganiseerd door Pien Storm van Leeuwen, de dichteres die ooit het initiatief nam om langs de Aesvoortsedijk aan de rand van de Rechte Hei gedichten in steen te laten beitelen, gewijd aan de vier seizoenen en de twaalf maanden van het jaar. Die stenen tafels hebben al menig wandelaar door dit mooie landschap aangenaam verrast. De dichteres Pien is ook de eerste die wij als deelnemers ontmoeten en wel op de brug over het Rielse Laag, de voorde van het Riels Hoefke naar de Rechte Hei. Een dichteres die niet alleen een mooie naam draagt en er appetijtelijk uitziet, maar ons ook wijst op de historische grond waarop wij staan: de doorwaadbare plaats doorheen de Oude Ley of de Donge. Daar vestigden zich al zo’n 3.500 jaar geleden mensen die er hun sporen hebben nagelaten. Want hoger gelegen gronden nabij water waren toen voorwaarden om te wonen. Zijn de opgegraven houten resten onderdelen van een brug of van een steiger? Wij zullen het nooit meer weten. Daar tobben we ook niet meer over als zij enkele van haar gedichten voordraagt over het water en hoe een dichteres dat kan zien. En hoe geraffineerd: op de achtergrond ruist een kleine waterval. Paraplus of niet, zij krijgt het eerste applaus van een aangenaam verrast gezelschap. Het belooft een mooie middag te worden en daarin worden we niet teleurgesteld.

Want even verderop bij de grafheuvels staat beeldend kunstenaar en kunsthistoricus Ruud Ringers. Hij vertelt bij een van de monumenten die hij maakte voor de Rechte Heide over de bronstijd en het maken van bronzen objecten. Hij wekt al van enige afstand de indruk van een cabaretier en zijn performance doet er ook aan denken, maar wij weten in no time alles van grafheuvels en de mensen die ze ooit hebben aangelegd.

Over performance gesproken: even verder is beeldend kunstenares Leonie Muller bezig een vluchtig kunstwerk in de vorm van een zandmandela aan te leggen. Haar haartjes druipen nog van de regen en haar welgevormde handen strooien veelkleurige stenen in het zand. Het geheel is nog niet af, maar maakt als cirkel met vele vlakken al een gave indruk. Zij geeft commentaar en antwoordt op de vragen die getuigen van waardering van de kijkers. Maar het is niet haar enige prestatie. Op enige afstand staat nog een creatie van haar. Onder een boom een danseres op één been. Uit haar opgewelde onderbuik komen slangen waaruit zonderlinge geluiden te horen zijn. Beurtelings steken wij zo’n slang aan het oor, maar veel wijzer schijnt niemand ervan te worden. Een heks van bij Stone Henge? In elk geval een slangenmens van wonderlijk elastische kwaliteit, want zij heeft het andere been op een boomtak boven heuphoogte en houdt dat zo lang vol, dat wij daardoor alleen al met bewondering verder trekken.

Wij worden beloond door een ontmoeting met onze eigen dichter Willem van de Vrande. Die heeft zich iets van de eigenlijke standplaats verwijderd, geleerd door het adagium: ’Wie schuilt onder boom of blad, wordt tweemaal nat; eerst van de regen en dan van de drup.’ Hij hoort bij de poosplaats waar gedichten over de voorjaarsmaanden in steen zijn gebeiteld: drie maanden met elk een eigen dichter. Willems gedichten gaan ook over de lente en wat die kan aanrichten in de natuur en het menselijk gemoed. Met baard, karakteristieke hoed en mooie poëzie weet hij het gezelschap zichtbaar te boeien. Zeker als hij tot besluit een kersvers poëem voordraagt om het gezelschap te danken dat het weer en wind heeft getrotseerd om hier aanwezig te zijn. Zelfs zijn eega zie ik bewonderend toekijken.

Als daar een ander gezelschap nadert, gaan wij voort over de Aesvoortsedijk naar waar de dichter Jasper Mikkers heeft post gevat bij de stenen tafels met zomergedichten. Ook hij draagt eigen werk voor dat de zomer als onderwerp heeft. Maar hij schuwt ook niet een aanloop in de literatuurgeschiedenis. Schreef niet al reeds een oude monnik onze tot voor kort oudste versregel over alle vogels die begonnen nesten te bouwen eindigend met de vraag: waar wachten wij nog op? En Mikkers declameert tegen de achtergrond van de roep van kievieten en grutto’s. Kan het mooier? Het is onwaarschijnlijk, maar even later raken wij geboeid door de verzen van Kees Hermis. Zijn poëzie verschijnt met regelmaat in de kolommen van dit blad. Hij is niet luchthartig, maar kan over zijn gedichten helder en verhelderend praten. Dat doet hij ook nu en hij oogst daarmee de waardering van het publiek dat in kleine groepen telkens een afwisselend gehoor vormt.

Bij de poosplaats van de wintergedichten tussen Aesvoortsedijk en Oude Ley staat de imposante gestalte van Jace van de Ven. Hij was nog kort geleden Tilburgs stadsdichter en is gekend om zijn performance. Een gekrulde kop alsof hij zo uit een Romeins beeldhouwwerk is gekropen. De regen van eerder op de dag heeft zijn pruik ietwat beschadigd, het doet niet af aan zijn voordracht van gedichten die mede de neerslag vormen van zijn fietstochten naar Rome en elders.

Onze aandacht wordt overigens licht afgeluid door de acts van Martin Peulen die tamelijk dichtbij zijn optredens ten beste geeft. Hij is beeldend kunstenaar en zanger die het landschap schildert en bezingt. Maar ook mooie weemoedige Jiddische liederen te beste geeft, de echo imiteert en bekken trekt met verrassende geluiden. Een mooie apotheose van een werkelijk mooie manifestatie van kustzinnige mensen en evenementen.

Een initiatief om te prijzen, te herhalen en met plezier aan terug te denken. En niet overdreven: wat hebben al die thuisblijvers zich tekort gedaan.

De Mark en de stad Ontmoetingen contact links Traject home poosplaatsen